Kijk goed naar de bodemstructuur, de dichtheid van de bodem, de afwatering van je tuin, de ligging (noorden, zuiden etc.) en andere omstandigheden die belangrijk zijn. Onderzoek in ieder geval:

• Bodem
• Ligging
• Omgeving
• Privacy

De bodemstructuur bepaalt welke planten wel of niet aarden in je tuin. Houd je hier geen rekening mee, dan heb je kans dat je volgend jaar alles er weer uit kunt halen en nieuwe planten moet aanschaffen. De structuur is wel aan te passen in sommige gevallen, maar doe daar uitgebreid onderzoek naar en ga niet op de bonnefooi met aarde strooien.

Pas je plan aan op de ligging. Ligt je tuin op het noorden, dan heb je een andere zon verdeling dan wanneer je tuin op het zuiden ligt. Dit werkt door in je beplantingsplan, je boomkeuze, de plek waar je je terras plaatst, noem maar op.

Let op of er hoge gebouwen of bomen staan die schaduw over jouw tuin werpen. Deze zijn niet te verwijderen, pas je ontwerp daar op aan. Is er voldoende privacy in jouw tuin? Hoe groot is jouw wens in privacy?

Je tuin wordt geen droomtuin als er niet aan jouw wensen wordt voldaan. Om dit voor jezelf in kaart te brengen, pak je pen en papier en schrijf je zonder te veel twijfels alles op dat je zou willen.

Houd bij het noteren van je wensen rekening met de toekomst. Is er een kind op komst of heb je een kleine rondlopen? Bedenk dan of je echt die 5 meter brede vijver wilt. Welke wensen je ook hebt, houd rekening met het tuinonderhoud.

Extra tip: schrijf in 10 minuten alles op dat in je opkomt. Doe dit de volgende dag nog eens. Er zit altijd een aspect tussen waaraan je de eerste keer niet gedacht hebt. Zo kom je uiteindelijk tot een totaal wensenlijstje voor het tuinplan van jouw droomtuin. Voordat je die droomtuin realiseert, is er nog genoeg werk aan de winkel. Een grondplan bijvoorbeeld.

In stap 3 heb je de informatie van stap 1 en 2 nodig. Je maakt nu een grondplan, dat nog niet compleet wordt ingevuld met bloemen en planten.

Je weet waar de schaduwplekken zijn, waardoor je kunt bepalen waar je terras komt en waar je lekker vrij zit. Bekijk waar en tot welk punt je borders wilt maken, waar die mooie overkapping komt, of je schuur makkelijk bereikbaar is. Wil je een afgesloten tuin, of wil je juist de omgeving meenemen in jouw tuinbeleving? Zorg voor de juiste verhouding tussen groen en verharding; bestraat bij voorkeur niet meer dan 1/3 van de tuin. Wissel lage beplanting of elementen af met hogere om de juiste spanning in de tuin te krijgen en bedenk hoeveel onderhoud jouw tuin mag geven. Allemaal punten waarmee je rekening dient te houden, zo dat de droomtuin echt bij jou past.

Voor dit plan geldt, net als bij je wensenlijst, maak hem meerdere keren. Je zult zien dat je eerste versie waarschijnlijk flink afwijkt van de laatste. Zo kom je tot een eindontwerp waarmee je verder kunt.

Om inspiratie op te doen raadpleeg je niet alleen je hovenier, maar bijvoorbeeld Tv-programma’s of vakbladen. Loop een rondje door de buurt, grote kans dat je bruikbare tuininspiratie opdoet.

Houd vast aan je eigen smaak en modelleer je tuin aan de hand van wat past bij je huis. Heb je een modern huis, dan is een klassieke tuin misschien iets te contrasterend. Heb je een klassiek huis, dan is een strakke en moderne tuin juist weer te verschillend.

Je gaat nu concretiseren. Maak keuzes met betrekking tot planten en bestrating. Loop niet te hard van stapel door direct je dichtstbijzijnde tuincentrum leeg te kopen. Je concretiseert op papier. Schetsen worden definitiever, keuzes worden bepalender.

Je keuzes moeten nu een duidelijke onderbouwing hebben. Wil je grijze tegels van 60 bij 60 centimeter? Waarom wil je per se grijze tegels? Past dit bij het pad met klinkers dat je speels door je tuin wilt laten lopen? En waarom in die afmeting van 60 bij 60? Past dit bij je tuin als deze smal en lang is of zijn dit tegels die beter bij breed en kort passen?

Op deze manier beredeneer je alles, van tegels tot planten en van terras tot overkapping. Door jezelf af te vragen waarom je iets wilt en of het past bij de rest, kom je ongetwijfeld een idee tegen dat toch niet zo’n goed plan is. Dit is een manier om nieuwe ideeën te laten ontstaan, die je daarna weer concretiseert.

Houd hierin rekening met je lichtplan. Waar komen de kabels te liggen? Waar hang je spots? Komt er onder die schitterende bloesemboom een ingegraven spot of misschien wel twee? Werk je lichtplan op dezelfde manier uit en bekijk of dit matcht met je tuinplan.

Plan secuur wanneer je welke werkzaamheden aanpakt. Begin met het grondwerk en alles wat onder de grond moet gebeuren zoals kabels en leidingen. Bouw vervolgens in een logische volgorde naar het eindresultaat. Maak bijvoorbeeld eerst de vijver of een overkapping en ga daarna met de tegels aan de slag. Om je tuin in een week compleet om te gooien, is meestal onmogelijk. Het is een project dat over een periode moet worden uitgesmeerd. Gun jezelf de tijd.